Op zoek naar wat meer informatie over genetica viel ik op het boek "Principles of genetics: an elementary text, with problems" door prof. Edmund W. Sinnott en L. C. Dunn. Uitgegeven in 1925 is het een oud boek maar het stamt uit de tijd toen erfelijkheid en selectie hun wetenschappelijke basis vonden.
Op pagina page 349 hebben de auteurs het over Het Probleem van de Kweker (The Breeders Problem):
Ik zal deze punten hertalen, moderniseren, aanvullen en corrigeren voor de eigentijdse grasparkietenkweker en het 'De Uitdaging van de Kweker' noemen.
Wat is je ambitie als kweker? Wil je enkel grasparkieten kweken of wil je kwaliteit kweken? Dit artikel is bedoeld voor de tweede soort kweker. De definitie van kwaliteit variert. Iedereen, kweker of keurmeester, heeft zijn of haar eigen idee van de ideale grasparkiet. Over tijd veranderd het ideaalbeeld ook.
Voor je start met de uitdaging van de kweker moet je een idee hebben hoe de ideale grasparkiet er uit ziet. Als je op shows wil winnen moet je ideaal overeen komen met dat van de keurmeesters. Enkele topkwekers hebben een visie over hoe de grasparkiet moet evolueren en kijken naar de toekomst. Voor het merendeel van ons is het veiliger van het huidige ideaal na te streven.
Wat belangrijk is voor een echte kweker is niet de kwaliteit van een vogel in de showkooi maar de waarde die de vogel heeft in de kweekkooi. Een echte kweker wil niet de top vogels hebben; hij of zij wil ze kweken. Het lijkt misschien maar een subtiel onderscheid maar ik denk dat het een belangrijke onderscheid is.
Wat een topkweker maakt, is de manier waarop hij of zij een vogel beoordeelt. Topkwekers zien de subtiele verschillen die belangrijke kenmerken worden voor het kweken van nog betere vogels in de toekomst. Bijvoorbeeld kan een topkweker een vogel bekijken en abstractie maken van de vederlengte en de kwaliteit beoordelen als ouder. Topkwekers hebben "het oog". Ze kennen het verschil tussen kwaliteit en kweekwaarde. "Kweekwaarde": we hebben het meest belangrijke begrip uit dit artikel berijkt.
De kweekwaarde beoordelen is het moeilijkste maar ook het belangrijkste onderdeel van de uitdaging. Het gehele kweekseizoen wordt bepaald door de keuze van de ouders.
Ik ga geen mooie gids schrijven getiteld 'hoe ziet een goede ouder eruit'. Ik ben daar niet ervaren genoeg voor. Het kan zelf anders zijn van stam tot stam. Je zou het die topkweekers moeten vragen en eens in hun kweekkooien moeten kijken wat zij gebruiken als ouders. Een belangrijk punt bij grasparkieten is de lengte van de veren en hierover zal ik wel een aanbeveling maken: laat je niet vangen door buff vogels. Buff vogels zijn groter en beter dan yellow vogels maar buff is niet zo'n belangrijk kenmerk voor wat betreft de kweekwaarde. Je zou zelfs kunnen argumenteren tegen buff vogels in de kweekkooien want het is algemeen geweten dat buff vogels minder goed kweken. Is het dan niet beter van twee medium buff vogels te koppelen en nakomelingen te krijgen waarvan er sommige buff zijn dan twee buff vogels te koppelen die nooit nakomelingen zullen hebben ? Als je selecteert probeer je dan de niet buff vogels met een buff bevedering voor te stellen. Als je dat doet worden dingen als koppluiminplanting, balans en zo verder belangrijker en heb je abstractie gemaakt van veder lengte.
Dus je kweekseizoen zit er op en je kijkt naar je volière. Welke vogels zal je houden voor het volgende kweekseizoen? Selectie begint met de beoordeling maar dat is slechts het begin. Onthou dat je de beste ouders wil selecteren en niet de beste vogels.
Een beoordeling is gebaseerd op de uiterlijke kenmerken van een vogel. De uiterlijke kenmerken zijn gecorreleerd aan de kweekwaarde maar niet helemaal. De enige echte test voor de kweekwaarde van een vogel zijn de nakomelingen.
Groepeer je vogels volgens hun ouders en beoordeel ze individueel. Het is belangrijk van alle koppels alle jongen te beoordelen en niet enkel de beste. Stel jezelf de volgende vragen voor elk koppel:
Je zal nu een mening hebben over welke koppels goed en welke koppels slecht zijn en hopelijk heb je je ook een idee kunnen vormen van de kweekwaarde van je ouders voor verschillende kenmerken. Gebruik deze informatie wanneer je selecteert ! Dit betekent dus ook selecteren op stamboom. Dat is een essentieel gereedschap om de beoordeling van een vogel te vervolledigen. Als ruwe vuistregel kan je zeggen dat de kweekwaarde ergens halverwege tussen de beoordeelde kwaliteit van een vogel en de beoordeelde kwaliteit van het ouderpaar ligt. Of in andere woorden: de slechter vogels van een koppel zijn vaak beter dan ze eruit zien en de beter vogels van een koppel zijn vaak slechter dan ze eruit zien. Als een gevolg hiervan zal je meer vogels selecteren uit de betere koppels dan je zou doen enkel op de beoordeelde kwaliteit van de vogel zelf.
Ik kan dit deel over selectie niet afsluiten zonder te vermelden dat hoe meer jongen je kweekt, hoe meer keuze je hebt bij de selectie en dus hoe beter de volgende generatie zal zijn. Een goede vruchtbaarheid is vitaal voor een goede stam.
Voor ik iets zeg over paringssystemen: de vorige paragrafen zijn vele keren belangrijker dan deze. Als je maar de beste vogels selecteert voor de kweek dan zal zelfs de slechtste kweekstrategie nog redelijk goed doen, vrij goed zelfs. Aan de andere kant, als je allemaal de verkeerde vogels selecteert dan kan daar geen enkele kweekstrategie tegen op en wordt het een ramp. Een goede kweekstrategie kan enkel helpen als het vrij goed doet bij het selecteren van de beste ouders en zal je gedeeltelijk beschermen tegen de fouten bij de selectie.
Ik kan het niet hebben over paringssystemen zonder inteelt te vermelden. Inteelt is het koppelen van verwanten en op zich geen paringssysteem. Elk paringssysteem gaat echter gepaard met inteelt op een of ander niveau. In sommige paringssystemen is dit opzettelijk en in andere is dit een neveneffect. Er zijn veel artikels die zeggen dat inteelt goed is maar het is heel moeilijk om artikels te vinden die overtuigend uitleggen waarom het goed is. Ik zal beginnen met de negatieve effecten van inteelt.
De ervaring en vele experimenten laten geloven dat inteelt leidt tot inteeltdepressie. Inteeltdepressie is meestal zichtbaar in lagere fitheid, hogere vatbaarheid voor ziekten en een verminderde vruchtbaarheid. Omgekeerd leidt het kruisen van onverwante dieren vaak tot sterke en vruchtbare nakomelingen. Noteer dat er uitzonderingen zijn. Inteelt leidt niet automatisch tot inteeltdepressie maar de kans is groot. Ik heb al gezegd dat vruchtbaarheid vitaal is dus we moeten oppassen met inteelt.
Een ander negatief effect van inteelt is dat het de genetische variatie verminderd en dat een lagere genetische variatie leidt tot een kleiner effect van selectie. Ik leg het uit. Door inteelt zullen de vogels meer en meer dezelfde genen delen. In andere woorden: de genetische verschillen tussen de individuen wordt kleiner en het positief effect van het selecteren van de beteren wordt kleiner. En dan zal je stam niet meer vooruitgaan ondanks strenge selectie. Er bestaat een eenvoudige oplossing voor dit probleem: de out-cross. Zorg ervoor dat je één of meerdere out-crosses inbrengt ver voordat je stam stil valt.
Zijn er eigenlijk goeie punten aan inteelt? Ja die zijn er. Eerst en vooral om een praktische reden: als je maar één goede vogel hebt dan moet je wel inteelt gebruiken om hem ten volle te kunnen gebruiken. Inteelt kan ook gebruikt worden om weinig voorkomende recessieve genen aan de oppervlakte te brengen. Ik kan dit het best uitleggen met een voorbeeld:
Vb. 1: één goede vogel
Je hebt net je spaarcenten besteed aan die super vogel van die top kweker.
Je zou wel 10 koppels willen kopen van die kweker maar je budget volstond
nauwelijks voor één man. Deze man is veel beter dan je eigen vogels dus je
wil in een paar jaren dat je stam voornamelijk bestaat uit zijn genen. Je
zal dan inteelt moeten gebruiken - vrij sterke inteelt zefs - om dit te
bereiken: man x dochter, halfbroer x halfzus, enz. Zonder inteelt zou dit
niet mogelijk zijn.
Vb. 2: weinig voorkomende recessieve genen tonen
Stel dat je blauwe vogels wil kweken maar je hebt enkel groene vogels in je
stam. Je vermoedt dat sommige van je vogels split zijn voor blauw maar je
weet niet welke. Met inteelt kan je de kansen dat twee split vogels worden
gepaard verhogen want een verwante van een split vogel heeft meer kans van
zelf split te zijn. Vervang 'blauw' met 'goed recessief gen' en je ziet
dat met behulp van inteelt je deze goede recessieve genen in je stam kan
uitbuiten. Onthou dat inteelt niet het verschil kent tussen een goed of
een slecht gen dus je moet goed oppassen dat je geen slechte genen
ontwikkeld.
Als een van de slechte punten van inteelt heb ik vermeld dat inteelt de genetische variatie verminderd. Maar vreemd genoeg kan je dit effect temperen door je stam op te delen in afzonderlijke subpopulaties. Als je je stam verdeeld in twee afzonderlijke lijnen verhoogt de inteelt binnen de lijnen twee keer zo snel in vergelijking met de twee lijnen gemengd. Maar je kan met wat wiskunde bewijzen dat het inteelt niveau in de stam als geheel niet zo snel stijgt als je opsplits. Dit betekend dat de genetische variatie in je stam niet zo snel verminderd als je opsplitst.
Door de gecombineerde effecten van het verlies van genetische variatie en het aan de oppervlakte brengen van goede recessieve genen is de hierboven vermelde methode van het opsplitsen van je stam in afzonderlijke kleinere lijnen mogelijk een zeer goede praktijk is.
Ik geef een voorbeeld van een beginnende kweker die net 3 koppels heeft gekocht (van dezelfde kweker) en die de bedoeling heeft uiteindelijk met 15 koppels te kweken:
Jaar 1
man A x pop B
man C x pop D
man E x pop F
Jaar 2
Lijn 1 (5 koppels)
man A x pop (CD)
man (AB) x pop (CD)
man (AB) x pop (CD)
man (AB) x pop (CD)
man (AB) x pop (D)
Na het kweekseizoen worden per lijn de 5 koppels volgens kweekwaarde gezet (dus volgens de gemiddelde beoordeling van hun jongen): Koppel 1 > Koppel 2 > Koppel 3 > Koppel 4 > Koppel 5
Voor het volgende kweekseizoen sorteer je de jongen per koppel op en lijn van goed
(links) naar slecht (rechts). Organiseer de 5 koppels zoals hieronder:
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3
4 4
5
Merk op dat bij een slechter koppel meer ruimte is tussen de jongen. Als je nu deze 5 lijnen samengedrukt op één lijn wordt dit:
1213121412131215121312141213121
Er zullen waarschijnlijk gaten in zitten vermits je geen 16 jongen uit je best koppel zal kweken. Gaten zijn geen probleem; het is de volgorde die telt. Merk op dat de mindere koppels minder vertegenwoordigers hebben in deze rij.
Om je koppels voor hetvolgende jaar samen te stellen neem je de meest
linkse vogel en ga je de rij af tot je een geschikte partner vindt. Een
geschikte partner heeft het andere geslacht en is geen broer of zus. Als
alles perfekt past dan krijg je deze koppels:
Beste van koppel 1 x best van koppel 2
2de beste van koppel 1 x beste van koppel 3
3de beste van koppel 1 x 2de beste van koppel 2
4de beste van koppel 1 x beste van koppel 4
5de beste van koppel 1 x 3de beste van koppel 2
Je ziet dat dit resulteerd in 5 jongen van het beste koppel (koppel 1), 3 van het 2de beste koppel (koppel 2), 1 van zowel het 3de en 4de beste koppel (koppels 3 en 4) en geen het slechtste koppel (koppel 5).
In dit systeem zal je waarschijnlijk de 3de van koppel 2 willen vervangen door een out-cross. Dit kan een echte out-cross zijn of een vogel van een van de andere lijnen afhankelijk van je budget en wat de lijn kan gebruiken.
De uitdaging van de kweker kan worden samengevat als:
0. Visie van wat de ideale grasparkiet is.
1. Beoordeel de vogels voor de belangrijke kenmerken van een hoge
kweekwaarde.
2. Selecteer de beste ouders door de beoordeling aan te vullen met de
informatie van verwanten.
3. Koppel de vogels volgens een paringssysteem.
(C) Bert Raeymaekers