Voorbeeld 2

Hier gebruiken we het klassieke voorbeeld om erfelijkheid bij grasparkieten uit te leggen: het blauwe gen bl. Er bestaan ten minste vier verschillende allelen (vormen) voor dit gen. In dit voorbeeld beperken we ons tot de twee meest voorkomende:

  • het wild type allel: bl+ (de superscript '+' duidt steeds op het wild type allel)
  • the gemuteerde 'blauw' allel: bl

Vermits genen in paren voorkomen zijn er drie mogelijke combinaties:
bl+
---: normaal, lichtgroen
bl+
bl+   bl 
--- = ---: normaal/blauw (normaal split blauw), lichtgroen/blauw
bl    bl+
bl 
---: blauw, hemelsblauw
bl 

De lichtgroen/blauw vogel ziet er uit als een normale lichtgroene. Je kan niet zien dat de vogel een bl gen heeft.

Bekijk de volgende koppeling:
Koppeling 2.1: lichtgroen/blauw man x lichtgroen/blauw pop
  • Genetische formule: bl+/bl x bl+/bl
  • Punnet vierkant:
    bl+ bl
    bl+ bl+/bl+ bl/bl+
    bl bl+/bl bl/bl
  • Oplossing:
    25% lichtgroen
    50% lichtgroen/blauw
    25% hemelsblauw

Zoals je kan zien komt eer een nieuwe kleur (hemelsblauw) uit deze koppeling tevoorschijn. Dit is omdat de ouders split zijn. In de praktijk weet je vaak niet welke recessieve genen een vogel verborgen in zijn DNA draagt. De lichtgroene nakomelingen van deze paring bijvoorbeeld kunnen split zijn voor blauw maar kunnen het ook niet zijn. We kunnen het verschil niet zien.

Dit leidt soms tot verwarring. Als mensen me vragen wat te verwachten van een koppeling van lichtgroenen antwoord ik: normale lichtgroenen. Na het kweekseizoen zeggen ze me dan dat ik fout was en dat mijn regeltjes voor niets goed zijn omdat ze ook hemelsblauwe nakomelingen hadden. Om dit te vermijden antwoord ik nu: normale lichtgroenen maar eender welke recessief gen kan de kop opsteken.

Deze split vogels kunnen ongemerkt in een populatie blijven: als uit de bovenstaande koppeling door toeval geen hemelsblauwen worden geboren dan weten we niet dat de ouders en sommige van de nakomelingen split zijn. Een andere manier waarop deze splits in de populatie kunnen blijven is door de volgende koppeling:
Koppeling 2.2: lichtgroen man x lichtgroen/blauw pop
  • Genetische formule: bl+/bl+ x bl+/bl
  • Punnet vierkant:
    bl+
    bl+ bl+/bl+
    bl bl+/bl
  • Oplossing:
    50% lichtgroen
    50% lichtgroen/blauw
De koppeling lichtgroen/blauw man x lichtgroen pop geeft hetzelfde resultaat
(je kan dit zelf eens uitproberen).

De vorige twee koppelingen leverde niet veel hemelsblauwen op. Als je hemelsblauwen will kweken dan zijn de volgende koppelingen beter gepast:
Koppeling 2.3: lichtgroen/blauw man x hemelsblauw pop
  • Genetische formule: bl+/bl x bl/bl
  • Punnet vierkant:
    bl+ bl
    bl bl+/bl bl/bl
  • Oplossing:
    50% lichtgroen/blauw
    50% hemelsblauw
De koppeling hemelsblauw man x lichtgroen/blauw pop geeft hetzelfde resultaat.
(je kan dit zelf eens proberen).

Koppeling 2.4: hemelsblauw man x hemelsblauw pop
  • Genetische formule: bl/bl x bl/bl
  • Punnet vierkant:
    bl
    bl bl/bl
  • Oplossing:
    100% Hemelsblauw

We hadden deze laatste paring heel snel kunnen oplossen: vermits bl het enige allel is dat voorkomt bij de ouders kunnen de nakomelingen enkel dit allel bezitten. Dus de nakomelingen zullen bl/bl of hemelsblauw zijn.

Er blijft slechts een koppeling over:
Koppeling 2.5: lichtgroen man x hemelsblauw pop
  • Genetisch formule: bl+/bl+ x bl/bl
  • Punnet vierkant:
    bl+
    bl bl+/bl
  • Oplossing:
    100% lichtgroen/blauw
De koppeling hemelsblauw man x lichtgroen pop geeft hetzelfde resultaat.
(je kan dit eens zelf uitproberen).

Voorbeeld 1 ging over een dominante mutatie (Sp), voorbeeld 2 over een recessieve mutatie (bl). De methode om de koppeling uit te rekenen is dezelfde. Eerst moeten we de genetische achtergrond van een eigenschap kennen:
Is het dominant ten opzichte van het wild type allel? (spangle, donkerfactor, australisch grijs, australisch bont, nederlands bont, ...)
Is het recessiev ten opzichte van het wild type allel? (blauw, deens bont, grijsvleugel, ...)
Deze genesche actergrond uitzoeken is het moeilijkste deel. Voor de meeste kleurmutaties kunnen we dit gelukkig opzoeken in boeken of op het net. Maar sommige kenmerken (zaols grootte) worden door meerdere onbekende genen bepaald en kunnen we daarom niet eenvoudig een koppeling uitrekenen.